Ik had dit nummer al eerder bekeken, maar wilde nog even wachten met mijn oordeel. Eerst nog maar eens bekijken.
Dat heb ik nu gedaan.
De korte berichten zijn hier ook altijd aardig, maar deze keer niets speciaals om hier te vermelden.
Het hoofdthema deze keer is schaduwweefsels, een techniek, waar ik me heel lang geleden ook eens op gestort heb. Omdat ik vond, dat alles toch wel heel erg op elkaar leek, ben ik er nooit meer verder mee gegaan en ook nu kom ik geen moment in de verleiding.
Er zijn een heleboel sjaals, de een wat meer geslaagd dan de ander, de ripsmatten vond ik aardig, de babydeken wel mooi, het zijden vest eveneens. Vooral het model van het laatste.
woensdag 25 januari 2012
woensdag 18 januari 2012
Groei & Bloei jan. 2012
Tuinbladen zal ik vast niet altijd hier beschrijven: ze hebben de neiging zich in de loop van het jaar te herhalen.
Toch lees ik ze altijd met plezier, met mijn belangstelling voor tuinen en kleuren geniet ik vooral van de prachtige foto's.
Dit is het blad van de Vereniging Groei & Bloei, waar we de bijeenkomsten (in Hoorn) zo nu en dan bijwonen en ook de excursies soms meemaken.
Deze maand een tuin met een zwemvijver. Lijkt me lekker. En niet zo'n nare blauwe bak in de tuin.
Veel soorten Schoenlappersplanten, die door het hele artikel Bergenia genoemd worden, de Latijnse naam. Voor eenvoudige tuiniers zoals ik, volgt de Nederlandse naam pas aan het eind van het verhaal. Onhandig. Gelukkig kende ik ook de Latijnse naam, anders had ik de plant wel herkend aan de foto's.
In een artikel over sneeuwklokjes weer het bewijs, dat ook daarvan veel soorten bestaan.
Twee bladzijden met aanlokkelijke tuinenreizen. De lezers van G&B moeten wel kapitaalkrachtig zijn: de reisjes zijn duur!
Bomen met bast leveren ook weer prachtige kleuren op de foto's op. Zelf kan ik het nooit laten om stammen te fotograferen, die een mooie bast hebben, dus dit was weer smullen.
Het altijd weerkerende 'De kritische blik van kenners' sla ik meestal over uit zelfbescherming. Ergernis is niet de goede reden om iets te lezen en ik erger me hier meestal aan. Hier wordt weer een betweterigheid gedemonstreerd, die mijn tuinierplezier volledig zou vergallen. Zo Nederlands zuur... Ja: je moet tegenwoordig vooral kritisch zijn.
Nuttig zijn tips van de fysiotherapeut voor het voorkomen van rugklachten bij het tuinieren.
Vormsnoei: leuk artikel.
Bloemschikken: zoals gewoonlijk niet voor mij geschreven.
Toch lees ik ze altijd met plezier, met mijn belangstelling voor tuinen en kleuren geniet ik vooral van de prachtige foto's.
Dit is het blad van de Vereniging Groei & Bloei, waar we de bijeenkomsten (in Hoorn) zo nu en dan bijwonen en ook de excursies soms meemaken.
Deze maand een tuin met een zwemvijver. Lijkt me lekker. En niet zo'n nare blauwe bak in de tuin.
Veel soorten Schoenlappersplanten, die door het hele artikel Bergenia genoemd worden, de Latijnse naam. Voor eenvoudige tuiniers zoals ik, volgt de Nederlandse naam pas aan het eind van het verhaal. Onhandig. Gelukkig kende ik ook de Latijnse naam, anders had ik de plant wel herkend aan de foto's.
In een artikel over sneeuwklokjes weer het bewijs, dat ook daarvan veel soorten bestaan.
Twee bladzijden met aanlokkelijke tuinenreizen. De lezers van G&B moeten wel kapitaalkrachtig zijn: de reisjes zijn duur!
Bomen met bast leveren ook weer prachtige kleuren op de foto's op. Zelf kan ik het nooit laten om stammen te fotograferen, die een mooie bast hebben, dus dit was weer smullen.
Het altijd weerkerende 'De kritische blik van kenners' sla ik meestal over uit zelfbescherming. Ergernis is niet de goede reden om iets te lezen en ik erger me hier meestal aan. Hier wordt weer een betweterigheid gedemonstreerd, die mijn tuinierplezier volledig zou vergallen. Zo Nederlands zuur... Ja: je moet tegenwoordig vooral kritisch zijn.
Nuttig zijn tips van de fysiotherapeut voor het voorkomen van rugklachten bij het tuinieren.
Vormsnoei: leuk artikel.
Bloemschikken: zoals gewoonlijk niet voor mij geschreven.
Historisch Nieuwsblad jan. 2012
Tijdschriften, waarin heel veel lezenswaardige artikelen staan, blijven nogal eens liggen. Met HN is dat ook vaak het geval. Maar dit januarinummer heb ik helemaal gelezen en de maand is nog niet eens om.
De korte berichten zijn altijd wel de moeite waard. Ook de kortere artikelen lees ik meestal meteen. Deze keer trok een artikeltje over een lezing van Eberhard König mijn aandacht. Deze lezing is op 19 januari a.s. in de KB in Den Haag. De spreker is hier 'fellow'. De lezing gaat over een handschrift, dat hij de afgelopen maanden heeft onderzocht. In het artikeltje van zijn hand krijgt de lezer een voorproefje: prachtige schilderingen uit de 14e eeuw, en informatie over het gebruik van getijdenboeken in die tijd. Dit getijdenboek wijkt hier en daar af van bestaande tradities.
Jammer dat Den Haag wat ver is om een avondlezing te gaan volgen.
De steeds terugkerende Stelling heeft als onderwerp 'Rusland zal nooit een democratie worden'.
Interessant vond ik het artikel over de langst zittende ambassadeur (van 1795-1808) van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (later de Bataafse Republiek) in Constantinopel. Het was Jonkheer Frederik Gijsbert van Dedem. Vaak kom ik in de Van Dedemstraat, dus de naam alleen al trok mijn aandacht.
In 2012 vieren Nederland en Turkije 400 jaar diplomatieke betrekking, vandaar in dit blad extra aandacht voor Turkije.
In Van Dedems tijd was de handel met Turkije ( de Levantse handel) van groot belang. Nederland voerde ruwe katoen en hout in, evenals katoenen en angoragarens.
Aan Turkije leverde Nederland laken (wollen stof)
De korte berichten zijn altijd wel de moeite waard. Ook de kortere artikelen lees ik meestal meteen. Deze keer trok een artikeltje over een lezing van Eberhard König mijn aandacht. Deze lezing is op 19 januari a.s. in de KB in Den Haag. De spreker is hier 'fellow'. De lezing gaat over een handschrift, dat hij de afgelopen maanden heeft onderzocht. In het artikeltje van zijn hand krijgt de lezer een voorproefje: prachtige schilderingen uit de 14e eeuw, en informatie over het gebruik van getijdenboeken in die tijd. Dit getijdenboek wijkt hier en daar af van bestaande tradities.
Jammer dat Den Haag wat ver is om een avondlezing te gaan volgen.
De steeds terugkerende Stelling heeft als onderwerp 'Rusland zal nooit een democratie worden'.
Interessant vond ik het artikel over de langst zittende ambassadeur (van 1795-1808) van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (later de Bataafse Republiek) in Constantinopel. Het was Jonkheer Frederik Gijsbert van Dedem. Vaak kom ik in de Van Dedemstraat, dus de naam alleen al trok mijn aandacht.
In 2012 vieren Nederland en Turkije 400 jaar diplomatieke betrekking, vandaar in dit blad extra aandacht voor Turkije.
In Van Dedems tijd was de handel met Turkije ( de Levantse handel) van groot belang. Nederland voerde ruwe katoen en hout in, evenals katoenen en angoragarens.
Aan Turkije leverde Nederland laken (wollen stof)
zaterdag 14 januari 2012
Piecework jan/feb 2012
Ik was er al bang voor: het lezen van tijdschriften zodra ze binnenkomen zit er niet echt in. Ze hebben de neiging allemaal tegelijk te verschijnen en op de mat te vallen. Het zou trouwens ook jammer zijn om ze haastig te lezen, omdat ik er zo nodig een blog over moet schrijven.
Maar wanneer Piecework komt, kan ik het niet laten meteen te beginnen met lezen. Er staat altijd was in, wat me interesseert.
Deze keer was het een artikel over een eiland in Peru, Taquile, gelegen in het Titicaca meer. De jongens leren daar al op 8-jarige leeftijd breien en zij zijn het, die de bekende mutsen met de oorflapjes en de vele bonte motieven breien. Voor eigen gebruik breien ze heel fijn, met soms wel 9 steken per centimeter, voor de toeristen zijn de garens en de naalden wat grover en de patronen wat minder ingewikkeld. Als de jongens wat ouder worden leren ze ook weven. Zij maken de stoffen, waarvan kleding gemaakt wordt. De vrouwen weven ceintuurs, tassen, sjaals en dekens. De vrouwen gebruiken getouwen, die met pennen in de grand vastgezet worden en zitten ook op de grond te weven, de mannen gebruiken eenvoudige trapgetouwen. Mooie foto's, interessant artikel.
Zoals altijd staan de kleine berichten vol interessante wetenswaardigheden.
In een museum in Berkely, Californie, het Lacis museum of Lace and Textiles, waar de bekende ontwerpster Nancy Bush curator is, is een tentoonstelling van Estlandse breikunst. De afgebeelde werkstukken maken, dat je er meteen heen wil.
Verder een patroon van een Orenburg sjaal, gebreide inlegschoenen (dus schoenen om in schoenen te leggen) uit IJsland, een artikel over gebreide oude handschoenen, die iemand het leven redden in WO II, en een over de Navaho breister Bertha Mae Shipley. Het laatste wordt gevolgd door het patroon van een babyvestje, zoals zij dat in 1918 voor haar oudste dochter breide.
Dan is er nog een heel fijne kant aan een kussensloop. Deze is nagebreid als rand aan een gebreide wollen sjaal. Ook hiervan staat het patroon in het blad.
Deze aflevering eindigt met breiwerk uit de 'Victoriaanse breikamer': Victoriaanse breiboeken, de lezers worden uitgedaagd een oud patroon na te breien voor een paar kousen, een klein tasje, in de vorm van een ananas, en een 'miser's purse', een soort portemonnaie.
Dit was het jaarlijkse nummer over antiek breiwerk en bevat weer een schat aan informatie.
Deze keer was het een artikel over een eiland in Peru, Taquile, gelegen in het Titicaca meer. De jongens leren daar al op 8-jarige leeftijd breien en zij zijn het, die de bekende mutsen met de oorflapjes en de vele bonte motieven breien. Voor eigen gebruik breien ze heel fijn, met soms wel 9 steken per centimeter, voor de toeristen zijn de garens en de naalden wat grover en de patronen wat minder ingewikkeld. Als de jongens wat ouder worden leren ze ook weven. Zij maken de stoffen, waarvan kleding gemaakt wordt. De vrouwen weven ceintuurs, tassen, sjaals en dekens. De vrouwen gebruiken getouwen, die met pennen in de grand vastgezet worden en zitten ook op de grond te weven, de mannen gebruiken eenvoudige trapgetouwen. Mooie foto's, interessant artikel.
Zoals altijd staan de kleine berichten vol interessante wetenswaardigheden.
In een museum in Berkely, Californie, het Lacis museum of Lace and Textiles, waar de bekende ontwerpster Nancy Bush curator is, is een tentoonstelling van Estlandse breikunst. De afgebeelde werkstukken maken, dat je er meteen heen wil.
Verder een patroon van een Orenburg sjaal, gebreide inlegschoenen (dus schoenen om in schoenen te leggen) uit IJsland, een artikel over gebreide oude handschoenen, die iemand het leven redden in WO II, en een over de Navaho breister Bertha Mae Shipley. Het laatste wordt gevolgd door het patroon van een babyvestje, zoals zij dat in 1918 voor haar oudste dochter breide.
Dan is er nog een heel fijne kant aan een kussensloop. Deze is nagebreid als rand aan een gebreide wollen sjaal. Ook hiervan staat het patroon in het blad.
Deze aflevering eindigt met breiwerk uit de 'Victoriaanse breikamer': Victoriaanse breiboeken, de lezers worden uitgedaagd een oud patroon na te breien voor een paar kousen, een klein tasje, in de vorm van een ananas, en een 'miser's purse', een soort portemonnaie.
Dit was het jaarlijkse nummer over antiek breiwerk en bevat weer een schat aan informatie.
Abonneren op:
Posts (Atom)